Sinds ruim anderhalf jaar lijd ik aan een groeiende stiltehonger. Doordat ik geconfronteerd werd met een chronische ziekte, ben ik min of meer gedwongen geweest stilte en alleen-zijn als een groot goed te gaan beschouwen. Nu was ik al niet iemand die het heel prettig vond om zich te begeven in grote groepen en te-midden van veel lawaai. Maar de stilte en het alleen-zijn breidt zich uit als een langzaam groeiend verlangen naar meer.
Toch is er iets interessants aan dit verlangen naar stilte. Want de vraag rijst natuurlijk direct: bestaat stilte wel? Of is het een uitvinding van de geest – zoals Sylvain Chamberlain het zich afvraagt – om onze mentale activiteiten te testen en beter te kunnen doorzien? Als we ons terugtrekken uit onze dagelijkse wereld om “formeel” te gaan mediteren of als we voor langere tijd deelnemen aan een retraite kan het ons opvallen dat we geconfronteerd worden met meer externe stilte en tegelijkertijd zouden we onze oren willen sluiten voor het eindeloze kabaal van onze innerlijke stemmen. Het kan ons zelfs beangstigen, dat innerlijk lawaai, we worden onrustig, en weg is de zo verlangde stilte.
Het verlangen naar stilte en rust wordt dus niet altijd beloond….. en misschien in eerste instantie juist helemaal niet als we mediteren. Dat raakt precies de kern van onze beoefening: op het moment dat we met behulp van relatieve stilte, meer en meer opmerkzaam kunnen zijn, komen we echt in contact met de drie kenmerken van dit bestaan. Anatta (niets heeft een vaste kern), Anicca (alles is veranderlijk, onbestendig) en Dukkha (lijden). En zo kunnen we stilte gaan omarmen als onderdeel van de beoefening en niet als vluchtroute uit een volle wereld. Stiltehonger als heilzaam verlangen op weg naar ontwaken.
En dan is er in die stilte zomaar de ontmoeting met de Dhamma: het is ontroerend om te zien hoe de ervaringen opkomen en weer verdwijnen. Het opkomen van een gedachte alsof het zich een weg naar buiten/ boven duwt en dan de geest aanraakt, de gevoelstoon die zich erbij voegt, weer een reactie van de geest, het lichaam dat zich meldt en weer reacties. Het wegebben van de gedachte in de grote zee van vormloosheid. Geen ik die daarachter zit, het gebeurt gewoon. Het is een fantastisch orkest die een concert ten gehore brengt waarin alle musici perfect op elkaar ingespeeld zijn. Condities die samenkomen, laten de ervaring opbloeien, het levenslicht zien en ze verdwijnen weer. Een diepe ontroering komt boven. Voor mij is dat de volheid van de stilte.
Een ding is zeker:
“Stilte is niet leeg het is vol van antwoorden”