Zo werd het genoemd, de invasie van Rusland in Oekraïne. Een wake-up call voor de terreur die een bezeten autocratische president een democratisch land en zijn inwoners kan bezorgen. Vorig jaar op 1 februari was er een soortgelijke wake-up call voor de terreur die een bezeten macht- en geldbeluste generaal op zijn eigen democratie-lievend volk ging uitoefenen (Myanmar). Er zijn meer voorbeelden natuurlijk. De wereldgeschiedenis is er een aaneenschakeling van. Maar dat werden niet wake-up calls genoemd.
Zo verschillend van hoe wij als beoefenaren kijken naar wat een wake-up call is. Dat moment van inzicht dat we ons realiseren dat we onze aandacht of intenties wellicht anders moeten gaan richten. We hebben allemaal wake-up calls gehad. Vaak zijn die ontstaan op momenten in ons leven dat zich moeilijkheden voordeden. Dat we er achter kwamen dat we ons best deden maar dat onze inzet niet leidde naar wat we wilden: gelukkig zijn, rust, vertrouwen, harmonie. We zochten het op een verkeerde plek. Buiten ons.
Voor mij is de wake-up call die zich nu voordoet het wakker worden aan diepgevoelde compassie en medeleven voor de mensen en dieren uit Oekraïne die de oorlog zo ongewild over zich heen krijgen. Ook een wake-up aan de onderlinge verbondenheid, de uiting daarvan in genereuze hulp die we allemaal bieden en die we zien vanuit vele harten. De eensgezindheid in de hulp ontroert mij.
Een wake-up van het hart, de generositeit die laat zien wat werkelijk van belang is. De verbinding die verbindt. De taal van het hart is waar en wijs. ‘The world can be heartbreaking, let it break open our hearts to wisdom and compassion’, zoals eerwaarde Viranani het zo mooi zei.
Geef!