Een blog van Chris Grijns
Als we schrikken van de verkiezingsuitslag, ons machteloos voelen bij humanitaire nood, als we helemaal genoeg hebben van het dagelijks nieuws, of ons schuldig voelen omdat we geïrriteerd zijn, last van onze knie hebben of ontevreden zijn, op het strand zitten en er tegenop zien om naar huis te gaan…. helpt het dan om stil te staan bij het feit dat dit best pijnlijke ervaringen zijn? Dat we in aanraking komen met dukkha?
Deze vraag kwam onlangs naar boven tijdens de uitwisseling in een weekeind retraite. Ja, we komen ongemak tegen. Tijdens een zitmeditatie, een retraite en in het dagelijks leven is er ongemak. Soms leidt levenspijn, verdriet je zelfs naar het meditatiekussen.
De Dhamma nodigt ons uit om te leren van ongemak. Ik wil een paar voorbeelden aanhalen van mediterenden en nagaan met welke dukkha we te maken hebben en hoe we er mee om kunnen gaan.
Het Pali woord ‘dukkha’ staat centraal in ‘de vier nobele waarheden’ van de Boeddha: 1. Er is dukkha, 2. er zijn oorzaken voor dukkha, 3. we kunnen dukkha beëindigen en 4. daartoe het bevrijdende pad van de Boeddha volgen.
De eerste nobele waarheid verwoordt de ‘edele waarheid van dukkha: geboorte is lijden, ouderdom is lijden, ziekte is lijden, de dood is lijden, verdriet en weeklagen, pijn, smart en wanhoop zijn lijden; omgaan met hetgeen waarvan je een afschuw hebt is lijden, gescheiden worden van het geliefde is lijden, niet krijgen wat men wil hebben is lijden – kortom, alles waar we ons als mens aan kunnen hechten brengt lijden.’
Een enkeling interpreteert deze woorden als heel somber: alsof de Boeddha zegt dat het leven lijden is… ‘Nee’, zegt de Boeddha: ’ik leer je één ding: er is dukkha en de beëindiging van dukkha’. Er is strijd en onvrede en er kan een eind aan strijd en onvrede komen. Dit is het pad.
Wat bij een beoefenaar tijdens de retraite een hoopvolle reactie gaf: ‘Ah, dus als ik genoeg oefen ervaar ik geen pijn meer?’ Dat is een diepe wens. Een herkenbare, menselijke wens. En het zal je niet verbazen dat we in onze beoefening gaandeweg de realiteit gaan erkennen. Enerzijds is er de realiteit van pijnlijke ervaringen die te maken hebben met geboren worden, ziek zijn, ouder worden, dood gaan. Ook de Boeddha had pijn in de rug, had buikpijn. Deze dukkha geeft ons een bumpy ride, een hobbelige levensrit…..
Anderzijds merk je dat je niet gevangen hoeft te zitten in dukkha. Zoals een van de deelnemers het verwoordde: ‘Ik zit hier met een zere knie en probeer die knie met opmerkzaamheid en vriendelijkheid te verwelkomen, maar dat werkt niet echt, blijft heel pijnlijk. Ik zie er tegenop om op een stoel te gaan zitten, na al die jaren van echt heerlijk zitten op m’n kussen.’ In een volgende meditatie ontdekt hij dat het niet alleen gaat om het omarmen van de pijn in de knie, maar dat hij ook ruimte ervaart als hij vriendelijk de teleurstelling, zijn reactie op de pijn kan verwelkomen en zich zelf toestaat op een stoel te gaan zitten met aandacht. Hier is sprake van het ‘oplossen’ van mentale pijn!
Je herkent in deze ervaring wellicht de vergelijking van de twee pijlen: er is een fysieke en een mentale pijl. De pijn in de knie is de eerste pijl. Het klagen, huilen, jammeren, het gevoel van teleurstelling en de vraag ‘waarom ik?’ is de tweede pijl. Beide pijlen zijn dukkha. En onze taak bij die eerste pijl is om deze pijn te begrijpen en ons er mee te verzoenen. Deze pijn zal niet altijd oplossen. Wel kunnen we natuurlijk zo wijs mogelijk omgaan met lichaam en gemoed, er goed voor zorgen. De tweede pijl kunnen we met opmerkzaamheid leren kennen als een reactie. We kunnen nagaan in hoeverre we ons identificeren met die reactie. Daar is een ingang om dukkha op te heffen, tot stilstand te brengen…..
Een andere deelneemster kwam met bezwaard gemoed binnen en vertelde hoe ze met veel ontevredenheid kampt in haar leven. In de meditatie kon ze iets toelaten van de innerlijke onvrede, de pijn er van voelen. Ze kreeg door dat ze er van af wilde, dat ze weerstand voelde tegen de ontevredenheid. Ze voelde iets oplichten… er kwam een glimpje ruimte. ‘ik kan dus tevreden zijn met onvrede’ verwoordde ze.
In de Boeddhistische psychologie worden drie vormen van dukkha toegelicht:
- Direct voelbare pijn (fysiek bijvoorbeeld, de knie, of mentaal: last hebben van teleurstelling of rouw door verlies).
- Pijn door verandering. Misschien is dit een soort verborgen onrust, onvrede die we niet willen. Aangename dingen zijn niet altijd blijvend. Zelfs een prettige gewoonte als zitten op een kussen is niet blijvend prettig. Er komt een einde aan de mooiste ervaring, ik kan die niet vasthouden, niet bewaren, hoe mooi dan ook…
- Een derde, subtielere vorm van lijden gaat over een diep gevoel van ontevredenheid. We zijn op zoek naar vrijheid, vrede, en er ontbreekt iets… Je beseft dat je aan zoveel gehecht bent: aan prettige ervaringen, je lichaam, je meningen, oude conditioneringen. Alles wat we ervaren is geconditioneerd, geeft geen uiteindelijke voldoening, geen blijvende vreugde. Dit is dus dukkha in de zin van een diepe existentiële onbevredigendheid.
Herkennen en erkennen
Ja, dus een groot deel van onze beoefening gaat over dukkha herkennen en erkennen. Ik wens mezelf en elke beoefenaar toe dat we in het reine komen met de voor de hand liggende dukkha. Deze met vriendelijkheid en mededogen tegemoet treden. En dat we oog krijgen voor de subtielere vormen van dukkha. Dat we iets gaan begrijpen van de trance van het zo gehecht zijn aan de dingen…en iets meer ontgoocheld kunnen raken.
Ik wens ons toe dat we onszelf laten verrassen. Dat we door krijgen dat die diep gewortelde neiging om overal stabiliteit te zien onze waarneming kleurt en misleidend is. Waardoor we van slag zijn als iets niet gaat zoals we dachten….
Zo kan dit pad, ons stap voor stap naar een lichter leven leiden, en ervaren we iets van innerlijke vrijheid van dukkha. Dukkha is geen levenslange gevangenis….